|
uitleg opgebrand
|
antwoorden
op vraag 1 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren.
op vraag 2 Eerst brandt het waxinelichtje. Tijdens het branden ontstaan er heel kleine waterdruppeltjes (condens) op het glas. Na korte tijd gaat het waxinelichtje uit. Er komt een beetje rook van het lont. De limonade stroomt in het glas.
op vraag 3 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat dit komt.
uitleg
Voor het branden heeft het waxinelichtje zuurstof nodig. Als de zuurstof in het glas op is, dan gaat het waxinelichtje uit. Zonder het vuur koelt de lucht in het glas af. Hierdoor gaat de lucht in het glas minder hard tegen de limonade drukken. De lucht buiten het glas drukt nog steeds even hard tegen de limonade. Hierdoor wordt de limonade in het glas gedrukt.
|
|
extra uitleg
Een waxinelichtje heeft zuurstof nodig om te kunnen branden. Tijdens het branden wordt de zuurstof (O2) omgezet in koolzuurgas (CO2) die beide ongeveer evenveel ruimte innemen. Er kan geen nieuwe zuurstof in het glas komen, omdat de limonade de opening van het glas afsluit. Als de zuurstof op raakt, dan dooft de vlam langzaam uit.
Zowel buiten het glas als in het glas zit lucht. Lucht is een gas en duwt alle kanten op. Dit duwen of drukken van de lucht heet luchtdruk. Als lucht opwarmt dan wordt de luchtdruk groter en als lucht afkoelt dan wordt de luchtdruk juist kleiner.
Als de vlam kleiner wordt en uitdooft, dan koelt de lucht af. Hierdoor wordt de luchtdruk in het glas kleiner. De luchtdruk buiten het glas blijft ongeveer gelijk. Er ontstaat dus een luchtdrukverschil: buiten het glas drukt de lucht harder op de limonade dan in het glas. Daardoor wordt de limonade in het glas geduwd.
ga naar:
proefje
digiblad
print:
werkblad
werkblad met grote letters
antwoordblad
doe meer proefjes over:
natuurkunde, scheikunde
vuur, verbranding, lucht, luchtdruk, warm en koud, vacuüm
|
|
© 2004–2025 proefjes.nl / auteurs
|
|