uitleg bovenste glas

antwoorden


op vraag 1
Als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren, dan is je antwoord altijd goed.


op vraag 2
De olie uit het onderste glas gaat naar het bovenste glas. Het water uit het bovenste glas gaat naar het onderste glas.


op vraag 3
Als je hebt opgeschreven wat je dacht, dan is het antwoord goed.


uitleg


Olie en water mengen niet, omdat ze elkaar afstoten. En de olie gaat naar boven, omdat olie lichter is dan water. De olie blijft dus drijven.

 


antwoorden proefje bovenste glas antwoorden proefje bovenste glas

extra uitleg

Olie en water bestaan uit moleculen, dat zijn kleine deeltjes. De moleculen van olie hebben geen lading. De moleculen van water zijn aan de ene kant positief geladen en aan de andere kant negatief. Bij water trekt de positieve kant van het ene molecuul aan de negatieve kant van het andere molecuul. Moleculen van water trekken het liefst aan elkaar, omdat moleculen van olie geen lading hebben. De watermoleculen trekken zelfs zo hard aan elkaar, dat ze de oliemoleculen uit het water duwen. Dus olie en water kunnen niet mengen, doordat het water de olie wegduwt.

Als twee vloeistoffen niet mengen, blijft de stof met de kleinste dichtheid drijven. Een glas met olie weegt minder dan hetzelfde glas met water, dus de dichtheid van olie is kleiner is dan de dichtheid van water. De olie blijft dus op het water drijven, omdat het de kleinste dichtheid heeft.

Bij stap 5 houd je het glas met de kaart op zijn kop, zonder dat het water eruit valt. Het proefje water op zijn kop legt uit hoe dat zit.


ga naar:

proefje

digiblad


print:

werkblad

werkblad met grote letters

antwoordblad


doe meer proefjes over:

scheikunde, natuurkunde

water, hydrofiel en hydrofoob, dichtheid, drijven en zinken