|
uitleg luisteren naar een lepel
|
antwoorden
op vraag 1 Je hoort waarschijnlijk een dof getik.
op vraag 2 Je hoort nu waarchijnlijk een geluid dat lijkt op een kerkklok.
op vraag 3 Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt.
op vraag 4 Elk voorwerp trilt anders. Daardoor klinkt een vork anders dan een lepel.
uitleg
Geluid bestaat uit trillingen. Als je met de lepel tegen de tafel slaat, gaat de lepel trillen. Als je een lepel vasthoudt, kan hij niet zo goed trillen. Je vingers houden dit tegen. Daardoor klinkt de lepel als getik. Als je de lepel aan een touwtje hangt, kan hij veel vrijer trillen. Daardoor klinkt de lepel niet meer als dof getik, maar meer als een kerkklok. Om geluid goed te kunnen horen, moeten de trillingen in je oren terecht komen. Als je praat gaan die trillingen meestal door de lucht, maar ze kunnen ook door andere dingen gaan, zoals een touwtje of een ballon. De trillingen van de lepel gaan beter door het touwtje dan door de lucht. Daardoor kun je met het touwtje het trillen van de lepel beter horen dan zonder het touwtje.
|
|
extra uitleg
Elk voorwerp heeft een frequentie (aantal trillingen per seconde) waarbij het het liefste trilt. Voor elk voorwerp is die frequentie anders. Daarom klinkt een mes of vork anders dan een lepel. Een groter voorwerp zal over het algemeen een lager geluid (lagere frequentie) produceren dan een kleiner voorwerp. Geluidstrillingen planten zich door allerlei media voort. Het geluid plant zich beter voor door een touwtje dan door de lucht. Daarom kan je het trillen van de lepel beter horen door het touwtje dan door de lucht. Als je een voorwerp vasthoudt met je vingers, dan kan het voorwerp minder goed trillen.
ga naar:
proefje
digiblad
print:
werkblad
werkblad met grote letters
antwoordblad
doe meer proefjes over:
natuurkunde
geluid, trillingen
|
|
© 2004–2025 proefjes.nl / auteurs
|
|