uitleg vallende mok

antwoorden


op vraag 1
Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven wat je dacht dat er zou gebeuren.


op vraag 2
De mok valt een eindje naar beneden. De sleutel draait een paar keer rond het potlood en het touw blijft om het potlood heen zitten. De mok stopt met vallen.


op vraag 3
Alle antwoorden zijn goed, als je hebt opgeschreven hoe je denkt dat het komt.


uitleg


De mok valt naar beneden door de zwaartekracht. De mok trekt harder aan het touw dan de sleutel, omdat de mok zwaarder is. De sleutel beweegt omhoog, maar ook opzij. Daardoor gaat de sleutel met het touw rond het potlood draaien. Als het touw vaak genoeg om het potlood gedraaid is, dan blijft de mok hangen.

 


antwoorden proefje vallende mok antwoorden proefje vallende mok

extra uitleg

De mok en de sleutel willen naar beneden vallen door de zwaartekracht. Daardoor trekken ze allebei aan het touw. De mok is een stuk zwaarder dan de sleutel, waardoor de mok harder aan het touw trekt dan de sleutel. De mok valt ongeveer recht naar beneden en trekt de sleutel aan het touw omhoog.

Als je alleen de sleutel zou laten vallen (en de mok zou vasthouden), dan zou hij een slingerende beweging maken en onder het potlood door slingeren. De sleutel kan namelijk niet recht naar beneden vallen, omdat hij aan het touw vast zit.

Bij dit proefje beweegt de sleutel dus niet alleen omhoog, maar slingert hij ook. Het touw waaraan de sleutel slingert wordt steeds korter, maar de snelheid van de sleutel blijft ongeveer gelijk. Daardoor kan de sleutel steeds hoger slingeren. Het touw wordt uiteindelijk zo kort, dat de sleutel helemaal rond het potlood kan draaien.

De sleutel en het touw draaien ongeveer vijf keer om het potlood heen. Door de wrijving tussen het touw en het potlood blijft het touw vast zitten. En daarom valt de mok niet op de grond.


ga naar:

proefje

digiblad


print:

werkblad

werkblad met grote letters

antwoordblad


doe meer proefjes over:

natuurkunde

krachten, klassieke mechanica, zwaartekracht, middelpuntzoekende en middelpuntvliedende kracht, wrijving